ECLI:NL:CRVB:2017:4472
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning bijzondere bijstand voor kosten rechtsbijstand na afwijzing aanvragen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant had op 20 en 24 mei 2015 aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van rechtsbijstand, welke aanvragen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam op 16 juni 2015 buiten behandeling waren gesteld. Na bezwaar heeft het college de aanvragen alsnog in behandeling genomen, maar uiteindelijk op 30 september 2015 afgewezen, omdat appellant de gevraagde gegevens niet had ingeleverd. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt en het college heeft op 18 februari 2016 een gedeeltelijk gegrond verklaard bezwaar gedaan, waarbij de aanvraag van 20 mei 2015 werd ingewilligd, maar de aanvraag van 24 mei 2015 werd afgewezen.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, maar appellant ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag van 24 mei 2015 ten onrechte was, omdat deze aanvraag wel eerder was gedaan dan de kosten waren opgekomen. De Raad stelde vast dat de afwijzing van deze aanvraag binnen de omvang van het geding viel en dat appellant niet was tegengeworpen dat hij niet afzonderlijk beroep had ingesteld. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep gegrond, waarbij het college werd veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.980,-. Tevens werd bepaald dat het college het griffierecht van € 170,- aan appellant diende te vergoeden.