Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
Op 17 juli 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen het college van burgemeester en wethouders van Leiden. De zaak betreft een afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor tandheelkundige behandelingen. Appellante had een aanvraag ingediend voor een bedrag van € 7.000,02, maar het college weigerde deze aanvraag op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw), die als een voorliggende voorziening wordt beschouwd. Appellante had geen aanvullende verzekering omdat zij door een betalingsachterstand van de premie was geroyeerd. De rechtbank Den Haag had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad oordeelde dat er geen recht op bijstand bestaat zolang er een voorliggende voorziening is die toereikend en passend is. De Zvw wordt als zodanig beschouwd, en de kosten voor tandheelkundige behandelingen worden daarin niet vergoed. Appellante's argument dat zij door haar betalingsachterstand geen aanvullende verzekering kan afsluiten, werd verworpen. De Raad bevestigde dat de regelgeving bewust geen vergoeding voor deze kosten biedt, en dat er geen zeer dringende redenen waren om van deze regel af te wijken. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.
De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de regels omtrent bijzondere bijstand en de voorwaarden waaronder deze kan worden verleend, met name in situaties waar voorliggende voorzieningen beschikbaar zijn.