Uitspraak
17.6526 PW, 17/6917 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Het college van burgemeester en wethouders van Enschede had de bijstand van betrokkenen ingetrokken en teruggevorderd op basis van het niet melden van het zetten van 20 tatoeages gedurende een periode van 3,5 jaar. De rechtbank had geoordeeld dat het college niet aannemelijk had gemaakt dat de bijstand volledig ingetrokken moest worden en dat er nader onderzoek naar de waarde van de tatoeages had moeten plaatsvinden.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het college niet voldoende bewijs had geleverd voor de intrekking van de bijstand. De Raad stelde vast dat betrokkenen de op hen rustende inlichtingenverplichting hadden geschonden door geen melding te maken van de tatoeagewerkzaamheden van betrokkene 1. De Raad benadrukte dat het aan het bijstandverlenend orgaan is om de nodige kennis over relevante feiten te vergaren en dat de schending van de inlichtingenverplichting een rechtsgrond vormt voor intrekking van de bijstand.
De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkenen ongegrond. De Raad concludeerde dat het college terecht de bijstand had ingetrokken en de kosten had teruggevorderd, omdat de betrokkenen niet in staat waren om aannemelijk te maken dat zij recht op bijstand hadden over de betreffende periode. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de inlichtingenverplichting voor het behoud van bijstandsrechten.