ECLI:NL:CRVB:2019:1980
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek zonder deskundige inschakeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellante, die als machinebediende heeft gewerkt, had een WGA-uitkering die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was beëindigd. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om een onafhankelijke deskundige in te schakelen. Appellante had aangevoerd dat de artsen van het Uwv specialistische deskundigheid hadden moeten betrekken bij hun beoordeling, maar de Raad volgde de rechtbank in het oordeel dat de rapporten van de verzekeringsartsen op zorgvuldige wijze tot stand waren gekomen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen aanknopingspunten waren voor de conclusie dat de beperkingen van appellante niet juist waren vastgesteld. De Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de geselecteerde functies terecht als passend waren aangemerkt. De Raad concludeerde dat er geen reden was om het bestreden besluit van het Uwv voor onjuist te houden, en dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.