Uitspraak
17.4096 PW, 18/1426 PW
OVERWEGINGEN
.Als gevolg van de al bestaande en niet weggenomen onduidelijkheid over de opbrengst van de verkoop, is de door appellanten voorgestane saldering met hun schulden (waaronder de schuld die voortvloeit uit de terugvordering van 14 maart 2016) niet mogelijk. Anders dan appellanten betogen, kan reeds daarom niet worden aangenomen dat het vermogen van appellanten inmiddels zodanig laag was, dat dit in de te beoordelen periode onder de grens van het vrij te laten vermogen was gekomen. Het recht op bijstand over de te beoordelen periode kan niet worden vastgesteld.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraken;
- wijst de verzoeken om veroordeling tot vergoeding van schade af.