Uitspraak
17.62 AWBZ
OVERWEGINGEN
BESLISSING
betaalde griffierecht van € 169,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Gelderland. De appellant, geboren in 1997 en lijdend aan psychiatrische aandoeningen, had een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) met terugwerkende kracht. Het zorgkantoor, Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V., had deze aanvraag geweigerd op basis van de Regeling subsidies AWBZ, omdat de appellant niet had voldaan aan de verplichtingen die aan de verlening van een pgb zijn verbonden. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad heeft vastgesteld dat de verantwoording van de besteding van het pgb de eigen verantwoordelijkheid van de budgethouder is, ook als deze minderjarig is. De Raad oordeelt dat het zorgkantoor terecht heeft geweigerd het pgb te verlenen, omdat de appellant geen deugdelijke administratie had overgelegd en niet kon aantonen dat de zorg daadwerkelijk was geleverd. De Raad verklaart het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk, omdat het zorgkantoor het eerdere besluit had ingetrokken en vervangen door een nieuw besluit, waartegen de appellant geen belang meer had.
De Raad heeft ook de proceskosten van de appellant toegewezen aan het zorgkantoor, die in totaal € 2.304,- bedragen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van budgethouders en de noodzaak om aan administratieve verplichtingen te voldoen bij de aanvraag van een pgb.