ECLI:NL:CRVB:2020:1256
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten eigen bijdrage rechtsbijstand
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die haar beroep tegen de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand ongegrond had verklaard. De aanvraag was ingediend op 27 januari 2018 voor de kosten van eigen bijdrage voor rechtsbijstand, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had deze afgewezen omdat de aanvraag te laat was ingediend, namelijk na het opkomen van de kosten. De rechtbank oordeelde dat het college het beleid consistent had toegepast, aangezien de aanvraag meer dan twee weken na het opkomen van de kosten was ingediend. Appellante stelde dat er bijzondere omstandigheden waren die haar verhinderden om tijdig een aanvraag in te dienen, maar de Raad oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om af te wijken van de regels. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak werd gedaan op 16 juni 2020.