Uitspraak
18.3095 ZW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellant, die zich ziek had gemeld met schouderklachten en later epileptische aanvallen, had een ZW-uitkering ontvangen. Het Uwv beëindigde deze uitkering per 1 maart 2017, omdat appellant in staat werd geacht meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen. Appellant betwistte deze beslissing en stelde dat zijn medische beperkingen onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de belastbaarheid van appellant correct was ingeschat. In hoger beroep herhaalde appellant zijn bezwaren, maar de Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad concludeerde dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de functies die aan de ZW-uitkering ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellant. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid en dat de stellingen van appellant onvoldoende waren onderbouwd. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.