Uitspraak
21 april 2020, 19/5835 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
WIA-uitkering. In het kader van dit onderzoek hebben gesprekken met appellante plaatsgevonden op 22 oktober 2018en 15 november 2018. De onderzoeksresultaten zijn neergelegd in een onderzoeksrapport van 20 november 2018. In dit rapport is geconcludeerd dat appellante haar- en keratine producten via Facebook heeft verkocht.
WIA-uitkering van appellante over de periode van 1 maart 2015 tot 1 oktober 2018 opnieuw vastgesteld en berekend dat appellante in deze periode een bedrag van € 17.704,33 te veel aan uitkering heeft ontvangen.
WIA-uitkering.
8 augustus 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2708).
28 mei 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:1824) is een bestuursorgaan in een geval als het onderhavige, waarin appellante heeft verzuimd concrete, verifieerbare gegevens betreffende haar werkzaamheden en inkomsten te verschaffen, bevoegd om die inkomsten schattenderwijs vast te stellen. Nu appellante ook in hoger beroep geen stukken heeft overgelegd waaruit op verifieerbare wijze de omvang van de inkomsten blijkt, heeft het Uwv mogen uitgaan van de betalingen die op de rekening van appellante zijn overgemaakt. De schatting van het Uwv is voldoende zorgvuldig tot stand gekomen. Eventuele onduidelijkheid over betalingen kan, zoals de rechtbank met juistheid heeft overwogen, niet ten voordele van appellante strekken, nu appellante voor deze betalingen ook geen verklaring heeft kunnen geven.