ECLI:NL:CRVB:2021:2338
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- M. Zwart
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens overschrijding vermogensgrens door ontvangen schadevergoeding
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn. Appellanten ontvingen sinds 27 juni 2004 bijstand op grond van de Participatiewet. Na een verkeersongeval op 12 mei 2011 ontving appellante een schadevergoeding van € 51.000, na aftrek van voorschotten. Het college heeft de bijstand van appellanten per 3 januari 2018 ingetrokken, omdat zij de vermogensgrens overschreden hadden. Het college beschouwde 2/3e deel van de schadevergoeding als vermogen, omdat appellanten niet konden aantonen dat zij de vergoeding voor huishoudelijke hulp en tuinonderhoud hadden besteed of zouden besteden. De rechtbank Gelderland verklaarde het beroep tegen het besluit van het college ongegrond. Appellanten gingen in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellanten niet aannemelijk hadden gemaakt dat de ontvangen schadevergoeding niet tot hun middelen gerekend moest worden. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde.