ECLI:NL:CRVB:2022:1548
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding WIA-uitkering en belanghebbendheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om schadevergoeding in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Appellant ontving een WGA-uitkering, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had hem per 20 maart 2013 niet in aanmerking gebracht voor een verhoging van deze uitkering. Appellant heeft in eerdere procedures al schadevergoeding gevraagd, maar dit verzoek werd afgewezen omdat de wettelijke rente al was vergoed. De rechtbank Overijssel verklaarde het verzoek van appellante, de echtgenote van appellant, om schadevergoeding niet-ontvankelijk, omdat zij geen belanghebbende was. In hoger beroep voerden appellanten aan dat de Awb hen de mogelijkheid biedt om schade te verhalen via de burgerlijke rechter, maar de Raad oordeelde dat alleen belanghebbenden in de zin van de Awb recht hebben op schadevergoeding. De Raad bevestigde dat appellante slechts een afgeleid belang heeft en dat het verzoek van appellant om schadevergoeding al eerder was afgewezen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.