Op 30 mei 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een herziening van een indicatiebesluit door het CIZ, waarbij appellante, die zorg ontvangt op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz), in beroep ging tegen een besluit van het CIZ dat haar zorgprofiel had gewijzigd. De Raad oordeelde dat het CIZ onvoldoende onderzoek had gedaan naar de actuele zorgbehoefte van appellante en dat de herziening van het indicatiebesluit niet op de juiste gronden was gebaseerd. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep gegrond. Het CIZ werd veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 4.542,- bedragen, en moest ook het griffierecht van € 177,- vergoeden. De Raad herstelde het zorgprofiel van appellante naar het oorspronkelijke zorgprofiel LG Wonen met begeleiding en verzorging, dat per 1 januari 2015 was vastgesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het CIZ om zorgvuldig onderzoek te verrichten bij herziening van indicatiebesluiten, waarbij de actuele zorgbehoefte van de verzekerde centraal moet staan.