ECLI:NL:CRVB:2023:186
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante. Appellante had zich ziek gemeld na een auto-ongeval en had een aanvraag ingediend op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv had in eerste instantie geweigerd om de uitkering toe te kennen, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante ging in bezwaar, maar het Uwv handhaafde zijn besluit. De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van appellante gegrond, maar liet de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Appellante ging hiertegen in hoger beroep.
De Raad beoordeelde of het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante terecht had vastgesteld. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. Appellante had voorafgaand aan het primaire besluit het spreekuur van een geregistreerd verzekeringsarts bezocht, wat betekende dat er geen verplichting was voor een nieuw spreekuurcontact in de bezwaarfase. De Raad concludeerde dat het Uwv voldoende medische en arbeidskundige grondslagen had voor zijn besluit en dat appellante medisch gezien in staat was de geselecteerde functies te vervullen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellante af.