ECLI:NL:CRVB:2023:413
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van de behandelend rechter in bestuursrechtelijke herzieningsprocedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 maart 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de behandelend rechter, H.G. Rottier, door de verzoeker. De verzoeker had eerder verzocht om herziening van uitspraken van de Raad van 20 juni 2019 en 21 april 2022, en had daarbij een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. Tijdens de zitting op 12 januari 2023 heeft de verzoeker gevraagd om de bedrijfsarts Roeloffs te horen, maar de behandelend rechter heeft besloten deze niet te horen. De verzoeker heeft hierop een wrakingsverzoek ingediend, dat door de behandelend rechter werd afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat de beslissing om Roeloffs niet te horen geen aanwijzing van vooringenomenheid van de rechter oplevert. De schriftelijke verklaringen in het dossier zijn voldoende voor de beoordeling van de zaak. De verzoeker heeft ook een tweede wrakingsgrond aangevoerd, maar deze is niet tijdig ingediend, waardoor deze niet inhoudelijk kon worden beoordeeld. De Raad concludeert dat de wrakingsgronden niet slagen en wijst het verzoek om wraking af.
De beslissing is genomen door de voorzitter E.J.M. Heijs en de leden M.A.H. van Dalen-van Bekkum en K.M.P. Jacobs, in aanwezigheid van griffier S.S. Blok. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 6 maart 2023.