ECLI:NL:CRVB:2025:1276
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over ingangsdatum en uurtarief van persoonsgebonden budget voor jeugdhulp
In deze zaak gaat het om de vraag of het college van burgemeester en wethouders van Venlo de ingangsdatum voor de verstrekte voorziening voor jeugdhulp in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) had moeten vaststellen op een eerdere datum. De Raad voor de Rechtspraak heeft deze vraag ontkennend beantwoord. Daarnaast is er een geschil over het uurtarief dat het college voor het pgb heeft vastgesteld, dat lager is dan het hoogste periodiek van de cao-zorg VVT-loontabel FWG30. De Raad heeft geoordeeld dat het college hierin gelijk heeft, maar heeft wel vastgesteld dat de redelijke termijn in deze procedure is overschreden. Hierdoor moet de Staat der Nederlanden een schadevergoeding betalen aan de betrokkene. De zaak is behandeld in hoger beroep na eerdere uitspraken van de rechtbank Limburg, waarbij het college in het gelijk is gesteld voor de ingangsdatum, maar niet voor het uurtarief. De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank gedeeltelijk bevestigd en gedeeltelijk vernietigd, en de Staat veroordeeld tot schadevergoeding.