ECLI:NL:CRVB:2025:1307
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- F.M. Rijnbeek
- C.E.A. Tessemaker
- Rechtspraak.nl
Herziening van een uitspraak van de Raad inzake een verzoek om uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
In deze zaak gaat het om een vierde verzoek om herziening van een uitspraak van de Raad van 11 oktober 2017, waarbij verzoeker een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten heeft aangevraagd. Het verzoek om herziening is door de Centrale Raad van Beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verzoek onredelijk laat is ingediend. Verzoeker heeft eerder al drie keer om herziening gevraagd, maar deze verzoeken zijn telkens afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker niet binnen een redelijke termijn heeft gereageerd op de eerdere uitspraken en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herziening rechtvaardigen. De Raad heeft de argumenten van verzoeker beoordeeld, maar komt tot de conclusie dat het verzoek om herziening niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van 11 oktober 2017 in stand blijft en verzoeker geen proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierecht ontvangt.