ECLI:NL:CRVB:2024:1500
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- I. Gök
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
In deze zaak heeft verzoeker een verzoek om herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Raad van 11 oktober 2017, waarin zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong 2010) niet-ontvankelijk werd verklaard. Het verzoek om herziening is ingediend op 24 juli 2024, maar de Raad oordeelt dat dit verzoek onredelijk laat is ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker niet tijdig heeft gereageerd op de eerdere uitspraken en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herziening rechtvaardigen. De Raad heeft eerder verzoeken om herziening van verzoeker op 24 mei 2018 en 18 december 2019 afgewezen, en herhaalt dat het herzieningsverzoek niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak. De Raad concludeert dat het verzoek om herziening niet-ontvankelijk is, waardoor de eerdere uitspraak van 11 oktober 2017 in stand blijft. Verzoeker krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.