Uitspraak
BESLISSING
- wijst het verzoek om wraking af;
- bepaalt dat een volgend verzoek om wraking in deze zaak niet in behandeling wordt genomen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de behandelend rechter, J.C. Boeree. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen een beslaglegging op zijn uitkering, en na een eerdere uitspraak van de Raad heeft hij verzet aangetekend. Tijdens de behandeling van dit verzet heeft verzoeker verzocht om wraking van de behandelend rechter, omdat deze tevens waarnemend president is van de Raad. Verzoeker stelde dat dit rolstapeling met zich meebrengt en dat dit de schijn van partijdigheid wekt, omdat institutionele belangen mogelijk de overhand krijgen. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat het enkele feit dat de behandelend rechter ook waarnemend president is, geen uitzonderlijke omstandigheid vormt die wijst op vooringenomenheid. De Raad benadrukt dat een rechter geacht wordt onpartijdig te zijn, tenzij er zwaarwegende aanwijzingen zijn voor het tegendeel. Aangezien verzoeker geen specifieke gronden heeft aangedragen die betrekking hebben op de persoon van de rechter, werd het wrakingsverzoek afgewezen. Bovendien werd bepaald dat een volgend verzoek om wraking in deze zaak niet in behandeling wordt genomen, omdat verzoeker misbruik maakt van de mogelijkheid om wrakingsverzoeken in te dienen. Er is geen aanleiding voor vergoeding van proceskosten.