ECLI:NL:CRVB:2025:857
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding afgewezen wegens geen onrechtmatig besluit van het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om schadevergoeding van appellante, een B.V. die een werknemer in dienst heeft. De werknemer had zich ziekgemeld en een WIA-uitkering aangevraagd, maar appellante vond dat de uitkering eerder had moeten ingaan. Het Uwv had de uitkering met terugwerkende kracht toegekend, maar appellante had gedurende de wachttijd het loon doorbetaald. Het Uwv weigerde echter om de uitkering met een langere terugwerkende kracht toe te kennen, wat leidde tot het verzoek om schadevergoeding. De rechtbank Gelderland had het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen onrechtmatig besluit was vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak, oordelend dat de besluiten van het Uwv niet onrechtmatig waren en dat er geen causaal verband was tussen de gestelde schade en het besluit van het Uwv. De Raad concludeerde dat appellante geen recht had op schadevergoeding, omdat de schade niet voortkwam uit een onrechtmatig besluit van het Uwv. De Raad benadrukte dat de formele rechtskracht van het besluit van 15 april 2021 niet was betwist, waardoor het als rechtmatig gold. De uitspraak bevestigde dat appellante geen proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierecht zou ontvangen.