ECLI:NL:CRVB:2025:991
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering bij ME/CVS
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juli 2025 een tussenuitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellante tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering door het Uwv. De appellante, die zich ziek had gemeld na een auto-ongeluk, stelde dat zij niet alleen lijdt aan een whiplash, maar ook aan Myalgische Encefalomyelitis/Chronisch Vermoeidheidssyndroom (ME/CVS). De Raad benoemde emeritus hoogleraar interne geneeskunde J.W.M. van der Meer als deskundige om de medische situatie van appellante te beoordelen. Van der Meer concludeerde dat het Uwv onvoldoende rekening had gehouden met de beperkingen die voortvloeien uit ME/CVS. De Raad volgde de deskundige in zijn bevindingen en oordeelde dat het besluit van het Uwv niet deugdelijk was gemotiveerd. De Raad droeg het Uwv op om het gebrek in het besluit te herstellen en de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aan te passen aan de conclusies van de deskundige. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling bij arbeidsongeschiktheid en de erkenning van ME/CVS als een serieuze aandoening die invloed heeft op de belastbaarheid van de betrokkenen.