ECLI:NL:GHAMS:2013:2711
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.P.A. Boersma
- C.J. Hummel
- J.P. Kruimel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting en vergrijpboete
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2005 en de daarbij opgelegde vergrijpboete. De inspecteur van de Belastingdienst had aan belanghebbende een navorderingsaanslag opgelegd, omdat hij op basis van een onjuiste aangifte te veel belastingteruggave had ontvangen. De rechtbank had eerder het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar de inspecteur ging in hoger beroep. Het Hof oordeelde dat belanghebbende willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat te weinig belasting zou worden geheven, omdat hij zijn aangifte had laten indienen door een onbekende persoon zonder de inhoud te controleren. Het Hof concludeerde dat er sprake was van voorwaardelijk opzet en dat de opgelegde boete van 50% van de navorderingsaanslag terecht was, maar verminderde deze boete tot € 1.000 vanwege de financiële omstandigheden van belanghebbende en de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De beschikking heffingsrente werd door het Hof bevestigd, omdat de onjuiste aangifte de oorzaak was van de te lage belastingheffing. Het Hof heropende het onderzoek voor een nadere uitspraak over de vergoeding van immateriële schade en de kostenveroordeling.