ECLI:NL:GHAMS:2016:1548
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huur bedrijfsruimte; ontbinding huurovereenkomsten en misbruik van omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van huurovereenkomsten tussen [appellante] en [geïntimeerde]. [appellante] was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter, waarin de vorderingen van [geïntimeerde] tot ontbinding van de huurovereenkomsten en betaling van een boete waren toegewezen. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] eigenaar is van een horecabedrijfsruimte en een kantoor, die aan [appellante] werden verhuurd op basis van twee afzonderlijke huurovereenkomsten. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat [appellante] haar verplichtingen uit de huurovereenkomsten niet tijdig was nagekomen, wat leidde tot de ontbinding van de overeenkomsten. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het betalingsgedrag van [appellante] en haar beroep op misbruik van omstandigheden en dwaling. Het hof oordeelde dat [appellante] onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stellingen en dat de ontbinding van de huurovereenkomsten gerechtvaardigd was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en wees de vorderingen van [appellante] af, waarbij zij werd veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.