Hierop heeft de notaris bij brief van 5 juli 2013 - voor zover van belang - het volgende geantwoord:
“ In tegenstelling tot [klaagster] ben ik van mening, dat op mij niet de plicht rustte om nader te onderzoeken of de betaling op 11 juli 2011 van [klaagster] mocht worden aangemerkt als betaling voor [C] Ik zal dat hieronder nader toelichten. Eén en ander laat overigens onverlet dat ik wel nader onderzoek heb gedaan, zoals hieronder eveneens zal blijken.
(…)
Op grond van de ontvangst van betaling van het bedrag van € 200.000,- en de daaraan door [klaagster] gegeven omschrijving ben ik er van uitgegaan, en mocht ik er redelijkerwijs ook van uitgaan (i) dat [klaagster] bekend was met de overeenkomsten waaraan werd gerefereerd en op grond waarvan de onderhavige betaling door [C] diende plaats te vinden en (ii) dat de betaling, althans de noodzakelijkerwijs daaraan voorafgaande rechtshandeling(en) aan de zijde van [klaagster] door (een) ter zake vertegenwoordigingsbevoegde(n) was, respectievelijk waren verricht.
(…)
Ik mocht er derhalve eveneens zonder meer op vertrouwen dat [klaagster] de bedoeling had gehad met de betaling van het bedrag van € 200.000,- bevrijdend voor [C] te betalen.
Desondanks, en derhalve zonder dat dit redelijkerwijs van mij kon worden gevergd, heb ik vóór het passeren van de akte van uitgifte op 12 juli 2011 bij mevrouw [A] , die bij die gelegenheid aanwezig was, in haar hoedanigheid van bestuursvoorzitter van [klaagster] geverifieerd of de van [klaagster] ontvangen betaling van € 200.000,-- inderdaad diende te worden aangemerkt als betaling voor [C] , hetgeen uitdrukkelijk door haar werd bevestigd. Desgevraagd is tevens nog verklaard, dat het betaalde bedrag onderling zou worden verrekend.
(…)
De zorgplicht van een notaris jegens een derde - in dit geval [klaagster] - strekt in een dergelijk geval niet zo ver, dat onderzocht zou dienen te worden of de bank misschien een betaling heeft gedaan in opdracht van één of meer perso(o)n(en) die daartoe niet bevoegd was, respectievelijk waren. Anders dan u suggereert, kan in een geval als het onderhavige ook zonder meer van de notaris niet worden verwacht, dat hij bij àlle bestuurders van de betrokken derde - dus in casu niet alleen mevrouw [A] , maar ook de heer [Y] en de heer [X] - verifieert of het ècht zo is dat het de bedoeling was de betaling te doen die is ontvangen voor het doel dat uitdrukkelijk in de betalingsomschrijving is aangegeven. ”