“
Op vragen van de rechter-commissaris:
U vraagt mij of ik [verdachte] ken, dat is lang geleden. U zegt dat hij zelf stelt dat hij als chauffeur heeft opgetreden. Dat klopt. Hoe hij betaald werd voor die werkzaamheden voor mij? Er zat een marge op, hij droeg een deel af en hij mocht een deel zelf houden. Hij droeg de inkoop af naar mij en hij mocht een deel zelf houden.
De rechter-commissaris vraagt wat ik met de winst deed. Die droeg ik af, ook aan mijn achterban. Of ik daarvan zelf iets hield? Jazeker. Of er afspraken over de winst met mij waren gemaakt met runners? Ja. Met wie? Met meneer Langendoen, Vondel en wijlen de heer Van der Veen. De afspraken waren, dat een gedeelte naar het IRT ging, een gedeelte naar de mensen die de handel opstuurden en een gedeelte naar mij. Of er afspraken waren over mijn eigen winst? Ja, de afspraak was dat ik dat kon houden. Dat werd klinkklaar zo tegen mij gezegd. Daar kon ik mee doen en laten wat ik wilde en dat heb ik ook gedaan. Is er niet gesproken over het afdragen van belastingen? Nee.
Toen het een beetje vol draaide zeiden Langendoen en Vondel: ‘Ok luister, [verdachte] hoort ook bij ons’. Dat had ook met financiën te maken. Of ik weet of er ook afspraken waren met [verdachte] ? Ja, dat dacht ik wel, hij wist er heel veel van af. Dat kon alleen als hij contact met hun had erover. Eigenlijk weet ik dat wel zeker, omdat ik bepaalde informatie doorspeelde naar hem. Met wie hij dan ging spreken bijvoorbeeld? Ik heb hem destijds het nummer van Van der Veen gegeven. Dat was op verzoek van Langendoen. Zo wist ik dat [verdachte] erbij hoorde.
De rechter-commissaris vraagt mij of [verdachte] dus een onderaannemer van mij was. Ja. [verdachte] wist wat mijn achterban was. Wie mijn achterban is? Van der Veen en Langendoen, onder anderen.
Mijn eerste contact met de politie dateert van 1991. De politie heeft contact opgezocht met mij. (…). Er waren geen spelregels. Er waren nul afspraken. Ik was vooral van de contacten en de afhandeling. De kopers waren contacten van de IRT. Ik regelde dat. Het feitelijke transport werd gedaan door mijn contacten, mijn jongens. [verdachte] was een van die chauffeurs, maar hij deed ook de contacten voor mijn afhandeling. Hoeveel [verdachte] mocht houden? Dat moet u aan hem vragen. Er zat een marge tussen. Hij verdiende er in elk geval genoeg aan. Hij werd in cash betaald. U legt mij voor dat hij zelf zegt dat hij een deel van de inhoud van het busje mocht hebben. Ja, dat kon ook soms.
De officier van justitie vraagt mij wanneer ik voor het eerst contact heb gehad met [verdachte] ? In het beginstadium van de eerste container.