ECLI:NL:GHAMS:2019:775
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Voeging van samenhangende zaken in hoger beroep tussen EF Beheer c.s. en Promontoria
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, zijn EF Beheer c.s. in hoger beroep gekomen van een (tussen)vonnis van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 25 juli 2018 een uitspraak gedaan in een geschil tussen Promontoria als eiseres en EF Beheer c.s. als gedaagden. EF Beheer c.s. hebben op 17 augustus 2018 een dagvaarding ingediend om in hoger beroep te komen. In een incidentele conclusie van 18 december 2018 hebben zij gevorderd dat de onderhavige zaak wordt gevoegd met een andere aanhangige zaak bij het hof, onder zaaknummer 200.247.772/01. Promontoria heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof over deze voeging.
Het hof heeft beoordeeld of aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv voldaan is, wat inhoudt dat de zaken samenhangend zijn en tussen dezelfde partijen aanhangig zijn. Het hof concludeert dat de zaken inderdaad samenhangend zijn en heeft daarom besloten de zaken te voegen. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 19 maart 2019 voor verdere voortgang, waarbij het hof ervoor zorgt dat de gevoegde zaken gelijktijdig worden behandeld.
Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2019 door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam.