Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
beroep I).
beroep II).
beroep Ikennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat de brief van 20 november 2018 niet is aan te merken als een besluit waartegen ingevolge artikel 1:3, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) bezwaar of beroep openstaat. Belanghebbende heeft hiertegen verzet ingesteld.
Van een dwangsom, wettelijke rente of nogmaals een beslissing hierover kan daarom geen sprake zijn’,opgenomen in de brief van 20 november 2018, een besluit inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling is. Het onderzoek in
beroep Iis door de rechtbank vervolgens voortgezet in de stand waarin het zich bevond voordat de onder 1.11 gemelde uitspraak van de rechtbank werd gedaan.
beroep Iniet-ontvankelijk verklaard (zaaknummer HAA 18/5315),
beroep IIongegrond verklaard (zaaknummer HAA 18/5613) en een verzoek tot vergoeding van immateriële schade afgewezen.
2.Feiten
naheffingsaanslagen parkeerbelasting.
mailto:Post@alkmaar.nl
Hof:handtekening)
niettijdig. Pas gedurende de beroepsprocedure in 2018 heeft u aangetoond een verschoonbaar niet-ontvankelijk bezwaarschrift te hebben ingediend. Van een dwangsom, wettelijke rente of nogmaals een beslissing hierover kan daarom geen sprake zijn.
Hof:handtekening)
3.Geschil in hoger beroep
- i) de brief van de heffingsambtenaar van 20 november 2018 (zie 1.8) niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) en dat
- ii) het tegen de naheffingsaanslag indiende bezwaarschrift niet-ontvankelijk is wegens overschrijding van de bezwaartermijn en
4.Het oordeel van de rechtbank
Hof: beroep I)
Hof: beroep II)
Het bezwaarschrift is derhalve ruimschoots buiten de wettelijke termijn ingediend. Feiten of omstandigheden die zouden leiden tot het oordeel dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, zijn door eiseres - die zich immers op het standpunt stelde dat zij tijdig bezwaar heeft ingediend - niet aangedragen.
5.Beoordeling van het geschil
Beroep Iis naar mening van belanghebbende ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Tevens uit artikel 6:10, eerste lid, van de Awb zou zijns inziens volgen dat de rechtbank niet tot een niet-ontvankelijk verklaring heeft mogen overgaan.
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.