2.1.De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:
1. Eiser is geboren op [datum] . Eiser heeft in 2015 geen fiscale partner.
2. Eiser en verweerder hebben ter zake van de aanslag ib/pvv 2008, tijdens de gerechtelijke procedure welke aanhangig was bij het Gerechtshof Amsterdam, ter zitting een compromis gesloten, waarbij is afgesproken dat de specifieke zorgkosten van de psychiater in Suriname voor 2/3 als ziektekosten aftrekbaar zijn (hierna: het compromis).
3. De aanslag ib/pvv 2009 is conform het compromis ambtshalve verminderd en de aanslagen ib/pvv 2010 tot en met 2013 zijn conform het compromis opgelegd.
De aanslag ib/pvv 2014 is conform het compromis opgelegd onder de voorwaarde dat eiser zijn beroep tegen de aanslag ib/pvv 2014 zou intrekken. Verweerder heeft per 1 januari 2017 het vertrouwen, ontleent aan het compromis, opgezegd.
4. Op 22 november 2016 heeft eiser een aangifte ib/pvv 2015 ingediend naar een verzamelinkomen van € 12.260. De aangifte bestaat uit een inkomen uit vroegere dienstbetrekking ter hoogte van € 15.882, waarop een bedrag van € 3.622 in aftrek is gebracht als specifieke zorgkosten.
5. Met dagtekening 10 februari 2017 heeft verweerder, conform de ingediende aangifte, de voorlopige aanslag ib/pvv 2015 opgelegd.
6. Op 8 april 2017 heeft verweerder aan eiser een vragenbrief toegezonden, waarbij hem is verzocht bewijsstukken ter zake van de in de aangifte opgenomen specifieke zorgkosten te overleggen. Eiser heeft niet op de vragenbrief gereageerd.
7. Bij brief van 15 augustus 2017 heeft verweerder aan eiser bericht dat hij voornemens is een aanslag op te leggen die afwijkt van de aangifte. Verweerder heeft op 29 augustus 2017 een reactie ontvangen op laatstgenoemde brief.
8. Bij brief van 18 september 2017 heeft verweerder eiser in kennis gesteld bij het opleggen van de aanslag af te zullen wijken van de ingediende aangifte.
9. Met dagtekening 6 oktober 2017 heeft verweerder aan eiser voor het jaar 2015 een aanslag ib/pvv opgelegd, waarbij de aftrek specifieke zorgkosten in zijn geheel is gecorrigeerd.
10. Op 14 november 2017 heeft verweerder een bezwaarschrift van eiser ontvangen. Eiser heeft daarbij geen nadere stukken overlegd.
11. Op 13 februari 2018 heeft verweerder zijn vooraankondiging uitspraak op bezwaar aan eiser toegezonden.
12. Op 7 juni 2018 is eiser gehoord naar aanleiding van zijn bezwaarschrift. Met dagtekening 25 juni 2018 is het hoorverslag aan eiser gestuurd, waarbij hem de mogelijkheid is geboden daarop te reageren.
13. Met dagtekening 16 augustus 2018 is aan eiser nogmaals een vragenbrief toegezonden, waarbij hem is verzocht bewijsstukken ter zake van de in de aangifte opgenomen specifieke zorgkosten te overleggen. Verweerder heeft op 12 september 2018 een reactie ontvangen op laatstgenoemde brief. Eiser heeft daarbij geen nadere stukken overgelegd.
14. Bij uitspraak op bezwaar van 24 mei 2019 heeft verweerder geoordeeld dat de aftrek specifieke zorgkosten terecht in zijn geheel is gecorrigeerd.”