Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
8 maart 2023. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
2.2. Feiten
€ 3.293 aan loon uit vroegere dienstbetrekking heeft ontvangen (een werkloosheidsuitkering) en € 1.550 (€ 1.800 minus het drempelbedrag van € 250) aan scholingsuitgaven heeft gehad. De aftrek scholingskosten is toegerekend aan haar fiscale partner.
22 oktober 2021 ontvangen.
[de rechtbank: ontvangen op 22 oktober 2021](1 pagina)
V-N 2016/62.20. Uit vorenstaande blijkt overduidelijk dat er in beginsel, enkele uitzonderingen daargelaten, vanaf 2016 niet wordt gehandhaafd. De uitzonderingen waarin wel is gehandhaafd zijn op jaarbasis op de vingers van een hand te tellen. Omdat deze uitzonderingen van begin af (moeten) zijn bijgehouden behoren de desbetreffende gegevens tot de op de zaak betrekking hebbende stukken. Dat geldt evenzeer voor het aantal en resultaat van de ingestelde controles over de aard van de arbeidsrelatie vanaf 2016. Met betrekking tot de op de zaak betrekking hebbende stukken verwees ik onder meer naar de diverse verslagen van het Landelijk overleg loonbelasting (LOL) vanaf 2015/2016 waarin het handhavingsmoratorium geregeld aan de orde is gekomen. Het spreekt echter vanzelf dat de op de zaak betrekking hebbende stukken heel veel meer omvatten dat vorenbedoelde verslagen ik denk hierbij onder meer aan de aan de diverse voortgangsrapportages ten grondslag liggende ambtelijke noties en andere vastleggingen, alle stukken die hieromtrent zijn gewisseld tussen de Landelijk Vakgroep coördinator en het ministerie van Financiën etc etc.”
Gemachtigde geeft aan ook niet te verwachten alle op de zaak betrekking hebbende stukken te ontvangen in de bezwaarfase en dat hij dit later aan de orde zal stellen tijdens een latere beroepsfase. […]
[en]
4 februari 2022 een verweerschrift ingediend en heeft bij het verweerschrift onder meer de volgende stukken overgelegd:
Bijlage 20: Belastingdienst.nl-document “Handreiking beoordelingskader overeenkomsten arbeidsrelaties (Handreiking DBA)”;
Bijlage 21: Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 16 november 2020, Zesde voortgangsbrief “Werken als zelfstandige”;
2.4 HandhavingsmoratoriumHet kabinet heeft een moratorium ingesteld voor de handhaving bij opdrachtgevers op de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie, vanwege de door de verschillende partijen ervaren onduidelijkheid in wetgeving en de maatschappelijke onrust die zou ontstaan als de Belastingdienst hierop zou gaan handhaven. Alleen indien er sprake is van ‘kwaadwillendheid’ zal de Belastingdienst handhaven door middel van het opleggen van correctieverplichtingen, naheffingen en boetes. Het kabinet werkt aan maatregelen ter vervanging van de Wet DBA. De nieuwe regelgeving is voorzien in werking te treden op 1 januari 2021. Het huidige moratorium loopt echter tot 1 januari 2020. Daarom heeft het kabinet besloten het handhavingsmoratorium te verlengen tot 1 januari 2021, zij het dat de mogelijkheden tot handhaving gedurende het moratorium worden aangescherpt: vanaf 1 januari 2020 zal de Belastingdienst ook handhaven wanneer opdrachtgevers aanwijzingen van de Belastingdienst, gegeven na 1 september 2019, niet (of in onvoldoende mate) binnen een redelijke termijn opvolgen.
[…]
3.Geschil in hoger beroep
4.Overwegingen van de rechtbank
Het horen in de bezwaarfase
Verweerder stelt dat wel alle op de zaak betrekking hebbende stukken zijn overgelegd. Enerzijds wordt gevraagd om openbare stukken, die al bekend zijn, en anderzijds naar interne stukken, die niet overgelegd hoeven te worden of waarvan het bestaan niet is gebleken. Verder deelt verweerder het standpunt van eiseres over het gelijkheidsbeginsel niet, is het handhavingsmoratorium op deze zaak niet van toepassing en vormen die stukken daarom in de visie van verweerder geen op de zaak betrekking hebbende stukken.
[…]
Om deze reden vormen de gegevens zoals aantallen en resultaten van het al dan niet handhaven, geen op de zaak betrekking hebbende stukken.
De rechtbank ziet daarom geen grond voor de conclusie dat een van de algemene rechtsbeginselen wordt geschonden.
5.Beoordeling van het geschil
6.6. Kosten
7.Beslissing
N. Djebali, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van
mr. I.A. Kranenburg als griffier. De beslissing is op 21 november 2023 in het openbaar uitgesproken.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.