Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
(…)
€ 1.214,00(tarief II, 1 punt)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de vernietiging van effectenleaseovereenkomsten door de echtgenote van de afnemer, [geïntimeerde], op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De afnemer had meerdere leaseovereenkomsten afgesloten met Dexia, maar de echtgenote had geen schriftelijke toestemming gegeven voor deze overeenkomsten. Op 5 januari 2006 heeft [geïntimeerde] de overeenkomsten vernietigd. Dexia heeft in hoger beroep betoogd dat de verjaring van de vordering uit onverschuldigde betaling was ingetreden, maar [geïntimeerde] stelde dat deze verjaring tijdig was gestuit door brieven van Leaseproces, die namens haar en andere cliënten waren verzonden. Het hof heeft geoordeeld dat de verjaring inderdaad tijdig is gestuit, omdat Dexia niet tijdig om bewijs van de volmacht heeft gevraagd. Hierdoor blijft de vernietiging van de leaseovereenkomsten van kracht en is Dexia verplicht tot terugbetaling van de ontvangen bedragen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia in de proceskosten van het hoger beroep.