Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
(…)
€ 1.214,00(tarief II, 1 punt)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de vernietiging van effectenleaseovereenkomsten door de echtgenote van de afnemer, [geïntimeerde], op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De afnemer had meerdere effectenleaseovereenkomsten afgesloten met Dexia, maar de echtgenote had geen schriftelijke toestemming gegeven voor het aangaan van deze overeenkomsten. Op 3 november 2004 heeft [geïntimeerde] de overeenkomsten vernietigd. Dexia heeft in hoger beroep betoogd dat de verjaring van de vordering uit onverschuldigde betaling door [geïntimeerde] was ingetreden, maar het hof oordeelt dat de verjaring tijdig is gestuit door brieven van Leaseproces, die namens [geïntimeerde] zijn verzonden. Het hof bevestigt dat Dexia geen bewijs heeft geleverd dat de volmacht van [geïntimeerde] aan Leaseproces ongeldig was. Het hof concludeert dat de vernietiging van de effectenleaseovereenkomsten effectief is en dat Dexia gehouden is tot terugbetaling van de ontvangen bedragen. Het vonnis van de kantonrechter wordt bekrachtigd, en Dexia wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.