Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
.
2. Overzicht werkzaamheden vierde verdieping appartement [straat] 52-2
3. Bestemming vierde verdieping
De leden spreken hun angst uit dat de vierde verdieping door meneer [naam 1] als verhuuradres gebruikt gaat worden. Meneer [naam 1] geeft aan dit niet van plan te zijn. Het wordt nu voor een periode van een jaar gebruikt door een privé relatie van meneer [naam 1] . Voor de volgende vergadering wordt uitgezocht wat de mogelijkheden zijn voor een aparte ruimte.
zijn de volgende voorwaarden op van toepassing: (…). De afspraken hiervoor zullen in een onderlinge overeenkomst tussen [straat] 52-2 en [straat] 52-3 worden vastgelegd. (…)
woningbetreft.
objectief, gezien de redactie ervan, niet anders kan worden gelezen dan dat er sprake is van een ‘woning met balkon’ op de tweede verdieping, met ‘kamers en berging’ op de zolderverdieping, en niet van een ‘woning met balkon en kamers’ op de tweede verdieping en ‘berging’ op de zolder.
tijdelijk toestemming gegeven voor het in stand laten van enkele bouwkundige aanpassingen.
woonruimtebetreft.
4.Ymere stelt voor om
) en om de gehele woning als één zelfstandige woonruimte en tevens appartementsrecht te gebruiken zoals bedoeld in de splitsingsakte is met een ruime meerderheid aangenomen.(hof: hierna besluit a)
12.Eigenaar 52-2 vraagt toestemming voor wijziging van de splitsing akte
De eigenaar van 52-2 vraagt de vergadering om toestemming voor het wijzigen van de splitsingsakte op kosten van de aanvrager.
13. Eigenaar 52-2 vraagt de vergadering om toestemming om het bestuur de opdracht te geven eigenaar 52-3 aan te spreken op de overtredingen van het splitsingsreglement.
Eigenaar 52-2 vraagt de vergadering om toestemming om het bestuur van de VvE opdracht te geven om de eigenaresse van 52-3 aan te spreken op de overtredingen van het splitsingsreglement en:
- het gebruik van de zolderberging als toilet en badkamer ongedaan te maken.
en om de gehele woning als één zelfstandige woonruimte en tevens appartementsrecht te gebruiken zoals bedoeld in de splitsingsakte is met een ruime meerderheid aangenomen.
3.Eerste aanleg
4.Beoordeling
appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning met balkon, gelegen op de (…) verdieping met (twee) kamers en berging, gelegen op de zolderverdiepingverschillend zou worden uitgelegd al naar gelang de bedoelde woning met balkon op de tweede of de derde verdieping is gelegen. Voor zover dit al anders zou zijn, overweegt het hof dat het door [appellant] genoemde verschil ook dan niet tot een ander oordeel leidt. [appellant] is volgens haar eigen stellingen voornemens om de (onder)appartementen op de derde en vierde verdieping als separate woningen te verkopen. Dat zou erin resulteren dat de toekomstige bewoner van de derde verdieping met verschillende onder- en bovenburen wordt geconfronteerd. In zoverre verschilt de te creëren situatie van [appellant] niet of onvoldoende van die van [naam 1] .
negatieve besluitenzijn en daarom niet kunnen worden vernietigd of nietig verklaard. Zij voert aan dat negatieve besluiten, door ze van toetsing op grond van de artikelen 2:14 en 2:15 BW uit te sluiten, niet ter toetsing aan een rechter kunnen worden voorgelegd. [appellant] voert ten slotte aan dat besluiten moeten worden getoetst aan artikel 2:8 BW en dat daarbij acht moet worden geslagen op alle betrokken belangen. Het woord rechtsgevolg komt in de tekst van deze wetsbepaling niet voor, aldus [appellant] .