Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
T-MOBILE NETHERLANDS B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven van Privileges, met producties;
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep, met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van Privileges, met een productie.
3.Feiten
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
3. VERANTWOORDELIJKHEDEN TELE2
die inhoudt:
Haviltex-maatstaf).
That means that individual EDR data volume will be always 300 MB or lower if the session is ended before the limit is reached.”. Een relevant voorbehoud is daarbij in de onderhandelingen of bij het opstellen van de Overeenkomst niet gemaakt. Beide partijen wisten dat het zo zou gaan werken. De eerste twee jaar, op het netwerk van Tele2, hebben partijen ook daadwerkelijk op deze wijze uitvoering gegeven aan de Overeenkomst. Privileges mocht daarom redelijkerwijs verwachten dat dit onderdeel was van de overeengekomen dienstverlening van T-Mobile. Dat na de migratie van het netwerk van Tele2 naar het netwerk van T-Mobile, de CDR’s pas werden aangemaakt na het einde van een data sessie en groter konden zijn dan 300 MB levert daarom een tekortkoming op van T-Mobile.
netwerk standaarden, netwerk specificaties, netwerken in het algemeen, technologieën en technieken te wijzen, uit te breiden of te beëindigen”. Die bepaling legt het hof (aan de hand van de voormelde maatstaf) niet zo uit, dat op grond daarvan T-Mobile na een technische wijziging niet langer gehouden is haar verbintenissen uit de Overeenkomst na te komen. Feiten en omstandigheden die dit anders maken zijn door T-Mobile niet (althans onvoldoende onderbouwd) aangevoerd.
als gevolg vande onjuiste facturatie (achteraf) door T-Mobile.
12. AANSPRAKELIJKHEID
Geen van partijen is aansprakelijk voor gevolgschade zoals (maar niet beperkt tot) gederfde winst, gederfde omzet, gemiste besparingen.
Near real-time"informatie over het dataverbruik aan Privileges verstrekte. In de meeste gevallen zullen gebruikers met de wel verstrekte data-informatie nog steeds in staat zijn geweest achteraf, tot middernacht van dezelfde dag, hun databundel aan te passen om zo (hoge) buiten-bundelkosten te voorkomen. Alleen in die gevallen dat er sprake was van een datasessie van meer dan 300 MB, waarmee de gebruiker daadwerkelijk over de databundel ging en die sessie ook nog eens tot na middernacht duurde, ontving de gebruiker de informatie over het datagebruik op een zodanig tijdstip dat hij niet meer in staat was om de databundel met terugwerkende kracht tot de voorgaande dag aan te passen. In die gevallen kon er sprake zijn van causaal verband tussen een te laat verstrekte CDR en (een deel van de) bij de gebruiker in rekening gebrachte “buiten bundel” kosten. T-Mobile heeft onbetwist gesteld dat slechts in een zeer beperkt aantal van alle datasessies van Privileges-abonnees sprake was van een overschrijding van 300 MB (0,4455% in 2021 en 0,265% in 2022). Privileges stelt weliswaar dat deze cijfers een vertekend beeld geven en dat, door de tekortkoming, wel 14 % van de abonnees geconfronteerd werd met hoge buiten-bundel kosten die zij vervolgens niet in rekening bracht bij de gebruiker, maar zij stelt niet concreet om welk totaalbedrag het gaat. Het hof heeft Privileges ter zitting voorgehouden dat uit haar productie 33 volgt dat het daarbij kennelijk om een bedrag van ongeveer € 1.400,00 in totaal gaat en Privileges heeft in reactie daarop (ook) niet kunnen motiveren en/of onderbouwen dat haar schade hoger is geweest dan dit (beperkte) bedrag.