ECLI:NL:GHARL:2015:1724
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verwijzing na Hoge Raad inzake ondertoezichtstelling en verzoeken tot benoeming deskundige in familierechtelijke zaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 maart 2015 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat volgde op een verwijzing door de Hoge Raad. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de kinderrechter aangevochten die de minderjarigen onder toezicht had gesteld. De Hoge Raad had op 5 september 2014 de eerdere beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch vernietigd en de zaak verwezen naar het hof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. De moeder had verzocht om een deskundige te benoemen en om de ondertoezichtstelling van de kinderen te herzien, maar het hof oordeelde dat de kinderen hulp nodig hebben voor de verwerking van het huiselijk geweld dat zij hebben meegemaakt. Het hof overwoog dat de moeder onvoldoende medewerking verleent aan de noodzakelijke hulpverlening en dat de ondertoezichtstelling gerechtvaardigd is. De moeder had ook grieven ingediend tegen de rapportage van de Raad voor de Kinderbescherming, maar het hof oordeelde dat de rapportage voldoende was en dat de moeder niet in haar verzoeken kon worden ontvangen. De beschikking van de kinderrechter werd bekrachtigd, en het hof wees de verzoeken van de moeder af.