Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
de Politie,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak verzoekt een hoofdagente, die tijdens een oefening van de ME een blok hout tegen haar hoofd heeft gekregen, om een voorlopig deskundigenonderzoek ter voorbereiding van een civiele procedure tegen haar werkgever, de Politie. De kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen, waarna de hoofdagente in hoger beroep is gegaan. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat er een ambtenaarrechtelijke rechtsverhouding bestaat tussen de hoofdagente en de Politie. Dit roept de vraag op of de schadeclaim van de hoofdagente in een civiele procedure kan worden behandeld. Het hof benadrukt dat voordat het inhoudelijk op het verzoek kan beslissen, de hoofdagente zich moet uitlaten over de bevoegdheid van de civiele rechter en de grondslagen van haar mogelijke vorderingen moet onderbouwen. De zaak is complex door de ambtenaarrechtelijke context en de specifieke schadeposten die de hoofdagente heeft ingediend, waaronder smartengeld en vergoeding van kosten. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat de hoofdagente haar standpunt heeft verduidelijkt.