Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure
2.De motivering van de beslissing
(…)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 februari 2019 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van Payned Payrolling B.V. en andere eisers (hierna: Payned c.s.) tegen de vaststelling van het griffierecht door de griffier. De procedure is voortgevloeid uit een eerder vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland, waarbij Payned c.s. een voorschot op verbeurde boetes en buitengerechtelijke incassokosten vorderden. De griffier had het griffierecht vastgesteld op € 5.270,-, gebaseerd op een vordering met een beloop van meer dan € 100.000,-. Payned c.s. waren het hier niet mee eens en stelden dat het griffierecht op € 726,- moest worden vastgesteld, aangezien de vordering niet meer dan € 12.500,- bedroeg.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 december 2018 is de zaak besproken, waarbij de advocaten van Payned c.s. en de griffier aanwezig waren. Het hof heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat de hoogte van het griffierecht moet worden bepaald aan de hand van de vordering in de dagvaarding. Het hof oordeelde dat het principaal hoger beroep van [gedaagde] beperkt was tot de toegewezen bedragen van € 10.000,- en € 875,-, en dat de griffier bij de berekening van het griffierecht diende aan te knopen bij het deel van de vordering dat in hoger beroep aan de orde was.
Uiteindelijk heeft het hof het verzet gegrond verklaard en de beslissing van de griffier vernietigd. Het griffierecht is vastgesteld op € 726,-, waarmee het hof de stelling van Payned c.s. heeft gevolgd dat de vordering niet meer dan € 12.500,- bedroeg. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.