Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
21 mei 2019
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
[A] [b-straat] [I] HUUR [O] ”. In de maand oktober heeft belanghebbende een bedrag van € 3.600 ontvangen met als omschrijving
“ [A] [b-straat] [I] HUUR [O] 2X”.
“ST. BEDR. PENS. LANDBOUW (…), [maand en jaar], [d-straat] 1 BEDR.PENSIOENFONDS V.D. LANDBOUW”een bedrag van € 875 overgemaakt als huurbetaling voor de woning aan het [d-straat] 1 te [Q] . Vanaf 1 juli 2009 heeft [A] maandelijks steeds ter zake daarvan een bedrag van € 892,50 overgemaakt.
Hierbij verzoek ik u mij kopieën te verstrekken van alle afschriften uit de periode 2006 tot heden van de volgende rekening:
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
€ 56.155
€ 193.424
5.Proceskosten en griffierecht
6.Beslissing
21 mei 2019in het openbaar uitgesproken.