– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent de vergoeding van immateriële schade en de griffierechten,
– vernietigt de uitspraken van de Inspecteur,
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1990 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 26.962 (€ 12.234),
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1991 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 29.757 (€ 13.503),
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1992 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 32.096 (€ 14.564),
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1993 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 36.236 (€ 16.443),
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1994 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 30.571 (€ 13.872),
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1995 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 32.352 (€ 14.680),
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1996 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 36.774 (€ 16.687),
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1997 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 35.211 (€ 15.978),
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1998 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 36.372 (€ 16.504),
– vermindert de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 1999 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 66.238 (€ 30.057),
– vermindert de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2000 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 98.334 (€ 44.622),
– vernietigt de besluiten van de Inspecteur geen kwijtschelding te verlenen,
– scheldt de verhogingen in de navorderingsaanslagen in de IB/PVV over de jaren 1990 tot en met 1992 geheel kwijt,
– verleent voor de navorderingsaanslagen in de IB/PVV over de jaren 1993 tot en met 1997 een kwijtschelding van 20% van de verhogingen, zodat verhogingen resteren van 80% van de nagevorderde IB/PVV,
– vermindert de boeten die zijn opgelegd bij de navorderingsaanslagen in de IB/PVV over de jaren 1998 en 1999 tot op 80% van de nagevorderde IB/PVV,
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 1991 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl. 155.000 (€ 70.335),
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 1992 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl. 160.000 (€ 72.604),
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 1993 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl. 164.000 (€ 74.419),
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 1994 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl.161.000 (€ 73.058),
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 1995 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl.158.000 (€ 71.697),
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 1996 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl. 193.000 (€ 87.579),
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 1997 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl. 257.000 (€ 116.621),
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 1998 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl. 199.000 (€ 90.302),
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 1999 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl. 238.000 (€ 107.999),
– vermindert de navorderingsaanslag in de VB over het jaar 2000 tot een aanslag berekend naar een belastbare som van fl. 121.000 (€ 54.907),
– vernietigt de besluiten van de Inspecteur geen kwijtschelding te verlenen,
– scheldt de verhogingen in de navorderingsaanslagen in de VB over de jaren 1991 tot en met 1993 geheel kwijt,
– verleent voor de navorderingsaanslagen in de VB over de jaren 1994 tot en met 1997 een kwijtschelding van 20% van de verhogingen, zodat verhogingen resteren van 80% van de nagevorderde belasting,
– vermindert de boeten die zijn opgelegd bij de navorderingsaanslagen in de VB over de jaren 1998 tot en met 2000 tot op 80% van de nagevorderde belasting,
– vermindert de heffingsrentebeschikkingen dienovereenkomstig,
– veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 2.816 in beroep, waarvan € 1.485 te betalen aan de rechtsbijstandverlener, en € 24 in hoger beroep, en
– gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het in hoger beroep betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 124.