Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Omvang van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot en met 20 maart 2017 te [plaats] , althans in de gemeente [gemeente] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde partij2] , (bestuursvoorzitter van Stichting [benadeelde partij5] ) door
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot en met 20 maart 2017 te [plaats] , althans in de gemeente [gemeente] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde partij4] en/of [benadeelde partij3] , (bestuursleden en/of directieleden en/of directeur(en) en/of medewerker(s) bij Stichting [benadeelde partij5] ) door
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
- [benadeelde partij2] alleen aangifte heeft gedaan van belediging dan wel laster en niet van belaging. Een klacht ontbreekt. De omstandigheid dat hij heeft verklaard de schade te willen verhalen op de verdachte duidt niet op een uitdrukkelijke wens tot vervolging. De verklaring van [benadeelde partij2] ter zitting van de politierechter en de meervoudige kamer dat hij ten tijde van de aangifte ook strafvervolging wilde, ligt buiten de drie-maandentermijn;
- [benadeelde partij3] alleen aangifte heeft gedaan en geen klacht. De aangifte ziet niet op haarzelf maar op de [benadeelde partij5] . Uit de wens om door schadebemiddeling of voeging in het strafproces de schade te verhalen, blijkt niet de uitdrukkelijke wens tot vervolging;
- [benadeelde partij4] alleen aangifte heeft gedaan en geen klacht. Uit de wens de schade te willen verhalen of het op de hoogte gehouden willen worden van het verloop van het onderzoek, blijkt niet de uitdrukkelijke wens tot vervolging;
- De uitlating van [benadeelde partij2] ter zitting van de politierechter en de meervoudige kamer dat hij ten tijde van de aangifte ook strafvervolging wilde, kan niet redengevend zijn voor de vaststelling dat [benadeelde partij3] en [benadeelde partij4] ten tijde van het doen van aangifte vervolging wensten.
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 mei 2016 tot en met 20 maart 2017 in Nederland wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde partij2] , bestuursvoorzitter van Stichting [benadeelde partij5] , door
hij in de periode van 1 mei 2016 tot en met 20 maart 2017 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde partij4] en [benadeelde partij3] , (medewerkster en bestuurslid/directeur bij Stichting [benadeelde partij5] ) door
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
- het de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 27 januari 2021, is, afgezien van de vermelding van de onderhavige zaak, blanco;
- verdachte is direct nadat hij uit voorlopige hechtenis kwam in behandeling gegaan bij een psychiater;
- de kans op herhaling wordt door de reclassering, blijkens het rapport van 29 maart 2019, ingeschat als laag;
- verdachte heeft ter zitting in hoger beroep blijk gegeven van inzicht in het verwerpelijke van zijn handelen en zijn excuses aangeboden aan de aangevers.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij4]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]
Vordering van de benadeelde partij Stichting [benadeelde partij5]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2]
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij4]
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij3]
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.