In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter. De zaak betreft effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten door [geïntimeerde] met Dexia, waarbij Spaar Select als tussenpersoon heeft opgetreden. Het hof heeft in een tussenarrest van 22 februari 2022 een bewijsopdracht gegeven met betrekking tot de advisering door Spaar Select. De kern van de zaak draait om de vraag of de advisering door Spaar Select als cliëntenremisier heeft plaatsgevonden zonder de benodigde vergunning, en of [geïntimeerde] op basis van dit advies de overeenkomsten heeft afgesloten. Het hof overweegt dat de bewijslast bij [geïntimeerde] ligt en dat hij voldoende gespecificeerd bewijs moet leveren om aan te tonen dat hij een op zijn persoonlijke situatie toegesneden advies heeft ontvangen en dat hij dit advies heeft opgevolgd. Daarnaast is er een beroep gedaan op de vernietiging van overeenkomst II, waarbij het hof oordeelt dat de vernietiging door de echtgenote van [geïntimeerde] tijdig is ingeroepen. Het hof concludeert dat de vordering tot vernietiging van overeenkomst II slaagt, wat betekent dat [geïntimeerde] recht heeft op terugbetaling van de door hem betaalde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. De verdere beslissing wordt aangehouden in afwachting van bewijslevering.