Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Geen rekening is gehouden met mogelijk zakelijke kosten omdat aan een betaling niet is te zien of het om een privé uitgaaf of een zakelijke kostensoort gaat mede gelet op de omstandigheid dat er geen enkele zakelijke factuur ter beschikking is gesteld waaraan een betaling is te koppelen. Bovendien ligt de bewijslast hiervoor bij belastingplichtige zelf.
Afgezien van de betaling aan de hulpen wordt daarom aangenomen dat deze ontvangsten ten goede zijn gekomen aan belastingplichtige en derhalve inkomen vormen en wel als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW).
Het verschil ten opzichte van het door de Belastingdienst vastgestelde belastbaar inkomen en verschuldigde inkomstenbelasting bedraagt respectievelijk € 720.667 en € 381.510 lager en wordt veroorzaakt primair doordat:
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
37. De rechtbank overweegt dat belanghebbende voor het jaar 2011 een nihil aangifte heeft ingediend. Uit de bijlage van de motivering van het beroepschrift blijkt dat belanghebbende volgens zijn eigen berekening een inkomen had van € 18.223, wat zou leiden tot een belastbaar bedrag van € 2.585. Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende niet de vereiste aangifte gedaan, omdat het bedrag aan verschuldigde belasting van € 2.585 zowel relatief als absoluut aanzienlijk hoger is dan het aangegeven bedrag. Voor de aanslag IB/PVV 2011 is dan ook de bewijslast omgekeerd en verzwaard.
Op 14 april 2016 heeft u uitstel aangevraagd voor het doen van uw aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw) 2015. Ik heb uw uitstelverzoek niet behandeld omdat bij mij geen verplichting tot het doen van aangifte voor 2015 bekend is. Zodra er alsnog een verplichting bij mij bekend wordt neem ik uw uitstelverzoek in behandeling.”. Uit deze brief valt, naar het oordeel van het Hof, anders dan belanghebbende meent, niet op te maken dat hij voor het jaar 2015 in het geheel niet aangifteplichtig zou zijn voor de IB/PVV.
5.Proceskosten en vergoeding van griffierecht
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).