Uitspraak
1.Vereniging D.U.R.F. (De Ursemmerhof Recreanten Familie),
Durf c.s., en afzonderlijk aangeduid als:
Durf,
[appellante2],
[appellant3],
[appellant4],
[appellante5],
[appellant6],
[appellant7]en
[appellant8];
Ursemmerhof,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
Geen permanente bewoning
Rond de Ursemmerplas bij Ursem komt een nieuw vakantiepark, SchermerBuiten, met 470 bungalows. De verkoop start in augustus, de eerste vakantiewoningen moeten in oktober gebouwd worden.
- [appellante2] ; zij huurt sinds augustus 2020 standplaats [nummer1] . Ook huurt zij standplaats [nummer2] .
- [appellant3] ; hij is sinds 2015 huurder van standplaats [nummer3] .
- [appellant4] ; hij is sinds 1996 huurder van standplaats [nummer4] .
- [appellante5] ; zij huurt sinds september 2021 standplaats [nummer5] . Zij is bestuurslid van Durf.
- [appellant6] ; hij is sinds 24 september 2022 huurder van standplaats [nummer6] .
- [appellant7] ; hij is sinds 28 september 2022 huurder van standplaats [nummer7] .
- [appellant8] ; hij is sinds 28 augustus 2022 huurder van standplaats [nummer8] .
4.De vorderingen in hoger beroep
5.Het oordeel van het hof
Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoord.’ Deze regel is geïmplementeerd in artikel 6:233 BW. In deze zaak staat niet ter discussie dat de huurders consument zijn en dat Ursemmerhof een professionele partij is. Evenmin staat ter discussie dat over artikel 12 van de huurovereenkomst niet is onderhandeld. Beoordeeld moet dan worden of het contractuele evenwicht tussen deze partijen aanzienlijk is verstoord met de in artikel 12 opgenomen opzeggingsregeling. Bij die beoordeling moet volgens het Hof van Justitie van de EU met name rekening worden gehouden met de toepasselijke regels van het nationale recht wanneer partijen over het onderwerp waar de bepaling op ziet géén regeling zouden hebben getroffen. Aan de hand van een dergelijk vergelijkend onderzoek kan de nationale rechter beoordelen of, en in voorkomend geval in welke mate, de overeenkomst de consument in een juridisch minder gunstige positie brengt dan in het geldende nationale recht is voorzien. [6]
- Artikel 17 bepaalt onder meer dat de verhuurder na het einde van de huur in bepaalde gevallen de stacaravan van de standplaats mag verwijderen. Dat dit beding, zoals Durf c.s. stellen, eigenrichting mogelijk maakt en daarom oneerlijk is, valt niet in te zien. Uit het beding blijkt onder meer dat verwijdering alleen aan de orde kan zijn ná het eindigen van de huur, dat eerst een schriftelijke sommatie moet worden gestuurd en dat daarbij een redelijke termijn voor verwijdering moet worden gegund, dat de verhuurder bij de verwijdering zorgvuldig te werk moet gaan, en dat de verhuurder ervoor moet zorgen dat de stacaravan geplaatst wordt in een stalling. Daarbij wijst het hof er nogmaals op dat het hier gaat om verhuur voor recreatieve doeleinden.
- Artikel 21 bepaalt dat bij een overname van de huur, zowel de aanvankelijke huurder als de nieuwe huurder € 260,- ‘administratie/overdrachtskosten’ verschuldigd is. Volgens Durf c.s. verrichtte de verhuurder bij een overname van de huur geen of geen noemenswaardige werkzaamheden en stond er tegenover de betalingen geen tegenprestatie. Op de zitting in hoger beroep hebben Durf c.s. verklaard dat de bedragen feitelijk in rekening werden gebracht voor het ondertekenen van een nieuw contract op het kantoor van de beheerder. Een en ander is niet voldoende gemotiveerd weersproken. Het hof stelt dan ook vast dat de bedongen kosten niet in redelijke verhouding staan tot de inspanningen die Ursemmerhof als verhuurder moet leveren bij een overname van huur. Het contractuele evenwicht wordt met dit beding dan ook aanzienlijk verstoord ten nadele van de huurders, en dit beding is dus oneerlijk.
nadatde schadevergoeding aan de betreffende huurder is uitgekeerd. Daarbij merkt het hof op dat Ursemmerhof de eerder aan [appellant6] gedane toezegging over vergoeding van schade kennelijk niet is nagekomen, en dat bij het ontbreken van een voorwaarde zoals hiervoor vermeld, een passende, effectieve rechtsbescherming voor [appellant6] en de andere gelaedeerde consumenten feitelijk zou ontbreken. Hierbij merkt het hof op dat het – gelet ook op wat ter zitting is gebleken over de aard en ernst van het ontstane nadeel – overigens in de rede ligt dat Ursemmerhof in overweging neemt de financiële schade op korte termijn ruimhartig te vergoeden.
6.De beslissing
[appellante2],
[appellant3]en
[appellant4]elk om het door hem/haar gehuurde te ontruimen, dit
binnen 4 wekenna betekening van dit arrest, op straffe van een door hem/haar (individueel) te verbeuren
dwangsom van € 1.000,- voor elke dag(een deel van een dag daaronder begrepen) dat niet of niet geheel aan deze veroordeling wordt voldaan, dit tot een maximum aan dwangsommen van
€ 10.000,-(individueel);
[appellante5],
[appellant6],
[appellant7], en
[appellant8]elk om het door hem/haar gehuurde te ontruimen, dit
binnen 4 wekennadat (a) dit arrest betekend is en (b) uitbetaling aan de huurder heeft plaatsgevonden van de schadevergoeding waarop deze huurder ingevolge dit arrest recht heeft (zie onder 6.3), dit op straffe van een door hem/haar (individueel) te verbeuren
dwangsom van € 1.000,- voor elke dag(een deel van een dag daaronder begrepen) dat niet of niet geheel aan deze veroordeling wordt voldaan, dit tot een maximum aan dwangsommen van
€ 10.000,-(individueel);
- € 128,00 aan griffierecht;
- € 125,86 aan kosten voor het betekenen (bekendmaken) van de dagvaarding;
- € 1.852,00 aan salaris van de advocaat van Durf c.s. (2 punten x tarief € 926);
- € 798,00 aan griffierecht;
- € 132,42 aan kosten voor het betekenen (bekendmaken) van de dagvaarding;
- € 7.144,00 aan salaris advocaat (principaal beroep: 2 punten x appeltarief V);