Uitspraak
[appellant],
EPI,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met producties van [appellant] , op de griffie ontvangen op 22 januari 2025,
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties van EPI,
- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep,
- het verslag (proces-verbaal) van de op 6 juni 2025 gehouden mondelinge behandeling.
2.De kern van de zaak en de uitkomst
3.De feiten
[naam3] , Jouw email is –hoewel niet onverwacht– volledig in het verkeerde keelgat geschoten. Ik vind de manier van handelen onacceptabel. Dat je in je mail mij een aantal dingen probeert in te wrijven die totaal niet kloppen, vind ik erg triest. Dat jij mijn gedrag als ondermijnend en onbeschoft bestempelt, vind ik onacceptabel. Ik ga niet accoord met deze laatste waarschuwing. Het verbetertraject waarover je spreekt, is overigens na een eerste gesprek door EPI stopgezet. Zo erg was het dus ook allemaal weer niet. Ik weet niet of ik er maandag ben. Ik ga eerst maar eens een advocaat raadplegen. Je hoort van mij”.
4.De beoordeling in hoger beroep
buitende onderneming in aanmerking te nemen. In een situatie als de onderhavige waarin sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, is van een dergelijke verplichting geen sprake.
Van (ernstige) verwijtbaarheid kan bijvoorbeeld sprake zijn wanneer sprake is van diefstal, bedrog of andere misdrijven, (seksueel)grensoverschrijdend gedrag, handelen in strijd met (veiligheids-)regels, het onzorgvuldig omgaan met de financiën van de werkgever, het bij herhaling niet naleven van controlevoorschriften bij ziekte, het zonder reden te laat of niet op het werk verschijnen. Daarvan is in dit geval geen sprake. EPI heeft een werknemer geschetst die er duidelijk en nadrukkelijk een eigen mening op nahoudt en zich niet wil voegen naar ideeën of strategieën van zijn leidinggevenden waarin hij niet gelooft. Dat beeld strookt met het verweerschrift en de door partijen overgelegde producties. Het e-mailbericht van [appellant] dat hij niet wil praten over het voorgestelde verbeterplan, omdat hij daarmee zou accepteren dat hij niet goed zou functioneren, past bij dat beeld. [appellant] wil met zijn e-mail de kritiek op zijn functioneren weerleggen, maar gaat daarover niet in gesprek. De e-mail van [appellant] aan [naam3] van 7 mei 2024 (…) is daarvan ook een voorbeeld. [appellant] legt de bal steeds bij EPI terug. Gefundeerde kritiek van een werknemer op zijn werkgever moet uiteraard mogelijk zijn, maar het geheel niet in gesprek willen gaan over kritiek op eigen functioneren en het zich niet willen voegen naar het bedrijfsbeleid is en lastige opstelling en doet de onderlinge verhoudingen geen goed. Dat de sfeer tussen partijen mede door de houding an [appellant] ernstig is bekoeld, dat is dus wel duidelijk, maar van (ernstige) verwijtbaarheid aan de zijde van [appellant] is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken.”
ernstigverwijt van de verstoring kan worden gemaakt. Bovendien is toekenning van een billijke vergoeding alleen mogelijk als er
causaal verbandbestaat tussen de gedragingen van de werkgever en de ontbinding van de arbeidsovereenkomst.