In deze zaak heeft Salma Boumghaït hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, dat op 18 september 2024 werd uitgesproken. De kantonrechter had de huurovereenkomst tussen Boumghaït en Stichting Vivare ontbonden vanwege de ontdekking van drugs in de woning. In april 2023 vond er een politie-inval plaats waarbij ketamine en andere druggerelateerde artikelen werden aangetroffen. Vivare vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, wat door de kantonrechter werd toegewezen. Boumghaït was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zij niet op de hoogte was van de activiteiten van haar ex-partner, die verantwoordelijk was voor de drugs. Het hof oordeelde dat de tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst zodanig ernstig was dat ontbinding gerechtvaardigd was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Boumghaït tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de zero tolerance beleid van woningcorporaties ten aanzien van drugs en de gevolgen daarvan voor de leefbaarheid in de wijk.