ECLI:NL:GHARN:2008:BH2816
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de exhibitieplicht in een civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 december 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tussen Interhiva B.V. en Exercycle S.A. Interhiva, gevestigd in Barneveld, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Arnhem van 13 juni 2007, waarin een verzoek tot het instellen van tussentijds hoger beroep werd behandeld. Interhiva vorderde onder andere dat Exercycle stukken zou overleggen die betrekking hebben op hun zakelijke relatie en de beëindiging daarvan. Het hof oordeelde dat Interhiva niet voldoende concrete feiten en omstandigheden had gesteld die een rechtmatig belang bij de gevraagde exhibitie konden onderbouwen. Het hof stelde vast dat de enkele mogelijkheid dat Interhiva haar gelijk zou kunnen aantonen met de gevraagde stukken niet volstond en sprak van een 'fishing expedition'. De vorderingen van Interhiva werden afgewezen, omdat niet was voldaan aan de vereisten van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de exhibitieplicht regelt. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Interhiva in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om voldoende onderbouwing te geven voor hun verzoeken om inzage in documenten in civiele procedures.