In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Allianz Benelux N.V. inzake een schadevergoeding na de diefstal van zijn auto. [appellant] had zijn auto verzekerd bij Allianz en claimde schadevergoeding na een aanrijding waarbij zijn auto was gestolen. De kantonrechter had eerder de vorderingen van [appellant] afgewezen en die van Allianz toegewezen. Het hof heeft de feiten vastgesteld en de bewijslast besproken. [appellant] stelde dat zijn auto op 30 november 2013 was gestolen, maar Allianz betwistte dit en stelde dat [appellant] de aanrijding zelf had veroorzaakt. Het hof oordeelde dat de enkele verklaring van [appellant] onvoldoende bewijs opleverde voor de diefstal. Het hof concludeerde dat de grieven van [appellant] falen en dat de kantonrechter de vorderingen van Allianz terecht had toegewezen. Echter, het hof oordeelde dat Allianz onterecht de personalia van [appellant] had opgenomen in het Centraal Informatie Systeem (CIS) en dat deze gegevens verwijderd moesten worden. De vorderingen van Allianz in reconventie werden afgewezen. Het hof compenseerde de proceskosten en verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad.