Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 28 september 2023, waarmee MC Contracting in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 30 juni 2023 (hierna: ‘de kantonrechter’ en ‘het vonnis’) gewezen tussen [geïntimeerde] als eiser en MC Contracting en L.S. Uitzendbureau B.V. (hierna: LS Uitzendbureau) als gedaagden;
- het arrest van dit hof van 28 november 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 maart 2024;
- de memorie van grieven van MC Contracting, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] .
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Omvang van het hoger beroep
instructieszij heeft gegeven ter uitvoering van de werkzaamheden op de brug en ter voorkoming van het ongeval op 16 oktober 2020. Evenmin blijkt dat er tijdens de opleiding van [geïntimeerde] voor de door hem behaalde certificaten of diploma’s aandacht aan de gevaren van werk langs de weg is besteed. Het enkel verwijzen naar “regels van Rijkswaterstaat” of “de dagelijkse veiligheidsmaatregelen” acht het hof onvoldoende. Ten aanzien van de getroffen
maatregelenis onvoldoende gesteld waaruit kan blijken dat deze voldoende en effectief waren om het ongeluk op 16 oktober 2020 te voorkomen of de kans daarop te beperken. Niet is gesteld dat er een voorafgaande risico-analyse is gemaakt van de werkplek en de veiligheidsrisico’s ter plaatse. Het plaatsen alleen van enkele kegels of pionnen en het verstrekken van een reflecterend veiligheidsvest acht het hof hier onvoldoende. Ook blijkt niet dat er deugdelijk
toezichtheeft plaatsgevonden op naleving van gegeven instructies en getroffen maatregelen.
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 30 juni 2023;
- veroordeelt MC Contracting in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 2.949,-;
- bepaalt dat als MC Contracting niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, MC Contracting de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad voor zover het de proceskostenveroordeling betreft;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is gevorderd.