ECLI:NL:GHDHA:2025:2234
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- P.J.J. Vonk
- M.J.M. van der Weijden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken recente schriftelijke machtiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het hoger beroep van [Y] niet-ontvankelijk is verklaard. De zaak betreft een geschil over de WOZ-waarde van een onroerende zaak in Noordwijk, vastgesteld door de Heffingsambtenaar op € 1.925.000 voor het jaar 2023. De belanghebbende, vertegenwoordigd door [Y], heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en de daaropvolgende aanslag. De Rechtbank Den Haag heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de waarde verlaagd tot € 1.730.000. Hierop heeft [Y] hoger beroep ingesteld, maar het Hof heeft gerede twijfel aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [Y] geuit, omdat de overgelegde machtiging dateerde van 3 april 2023 en niet voldeed aan de vereisten van artikel 8:24, lid 2 van de Awb. Het Hof heeft [Y] verzocht om een recente machtiging en een kopie van een geldig identiteitsbewijs, maar [Y] heeft hieraan geen gevolg gegeven. Het Hof heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat [Y] niet deugdelijk gemachtigd was om namens de belanghebbende op te treden. De uitspraak benadrukt het belang van een actuele machtiging voor gemachtigden die namens belanghebbenden procederen.