ECLI:NL:GHDHA:2025:2325
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de waarde van een woning en informatieverplichting van de Heffingsambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin de waarde van een woning is vastgesteld door de Heffingsambtenaar op € 610.000 voor het kalenderjaar 2022. De belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en de daaropvolgende aanslag, maar de Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep stelt de belanghebbende dat de Heffingsambtenaar zijn informatieverplichting heeft geschonden en dat de waarde van de woning te hoog is vastgesteld. De Heffingsambtenaar heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat hij geen gebruik maakt van bepaalde indexeringscijfers en KOUDV-factoren, en dat de waarde is bepaald op basis van vergelijkingsobjecten. Het Hof heeft geen reden om aan de toelichting van de Heffingsambtenaar te twijfelen en concludeert dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. Het Hof verklaart het hoger beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.