ECLI:NL:GHSGR:2004:AY4933
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Boele
- A. Dulek
- J. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding na strafvervolging en onschuldpresumptie
In deze zaak, die voor het Gerechtshof te 's-Gravenhage werd behandeld, hebben appellanten [appellant] en zijn dochter [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding na een strafvervolging die uiteindelijk resulteerde in een vrijspraak van [appellant] door het gerechtshof. De appellanten stellen dat de Staat der Nederlanden onrechtmatig heeft gehandeld door [appellant] te vervolgen en door dwangmiddelen toe te passen, wat hen schade heeft berokkend. De rechtbank had eerder de vorderingen van [appellant] en zijn dochter afgewezen, met de overweging dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen van de Staat. Het hof heeft de feiten vastgesteld, waaronder de strafrechtelijke vervolging van [appellant] en de daaropvolgende vrijspraak. Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht geen doorslaggevende betekenis heeft gehecht aan de vrijspraak in het strafrecht, en dat de vervolging en de toegepaste dwangmiddelen niet onrechtmatig waren. De vorderingen van [appellant] c.s. worden in hoger beroep afgewezen, met uitzondering van een schadevergoeding voor de dochter van [appellant] voor de schade aan haar voordeur, die het hof begroot op € 750,--. De Staat wordt veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De overige vorderingen van [appellant] c.s. worden afgewezen, en het hof bevestigt dat zij als in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moeten dragen.