ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0815
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen in vermogensbelasting na verwijzing door de Hoge Raad
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, gaat het om de vernietiging van navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen in de vermogensbelasting voor de jaren 1992 tot en met 1998 en 1999 en 2000. De belanghebbende, een natuurlijke persoon, had bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen die door de Inspecteur waren opgelegd. De Inspecteur had de verhogingen van 100 procent van de belasting opgelegd, zonder kwijtschelding, en had ook heffingsrente in rekening gebracht. De zaak kwam voor het Gerechtshof na een verwijzing door de Hoge Raad, die eerder de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam had vernietigd en de zaak had terugverwezen voor verdere behandeling.
Tijdens de behandeling na verwijzing heeft de Inspecteur aangegeven dat hij niet in staat was het bewijs te leveren dat volgens de maatstaven van het boeterecht van hem verlangd werd. Dit leidde ertoe dat de Inspecteur zich verenigde met het standpunt van de belanghebbende, dat de verhogingen en boeten moesten vervallen. Het Gerechtshof heeft vervolgens de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de navorderingsaanslagen verminderd, waarbij de verhogingen voor de jaren 1992 tot en met 1998 zijn kwijtgescholden en de boetebeschikkingen zijn vernietigd.
Daarnaast heeft het Hof de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 483. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 november 2012. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de toepassing van het boeterecht en de bewijsvoering door de belastingautoriteiten betreft.